Medicatie opties

Dit hoofdstuk behandelt medicamenteuze behandelopties voor endometriose gerelateerde pijn, waaronder dysmenorroe, dyspareunie, dysurie, dyschezie en niet-menstruatie gerelateerde bekkenpijn.

Samenvatting

  • Analgetica: NSAID's zijn de eerste keus pijnstillers voor endometriose gerelateerde pijn al dan niet in combinatie met paracetamol, ook als de diagnose (nog) niet definitief is gesteld.

  • Wees terughoudend met opiaten vanwege het chronische karakter van de pijn.

  • Hormonale behandeling is gericht op het onderdrukken van ovulatie en menstruatie. In veel gevallen is een continu gebruik van combinatiepreparaat (de pil) zonder stopweek de eerste keuze.

Analgetica

NSAID's ( zoals ibuprofen, naproxen en diclofenac) al dan niet in combinatie met paracetamol vormen de eerstelijnsbehandeling voor endometriose gerelateerde pijn. Gebruik opioïden met grote terughoudendheid vanwege het chronisch karakter van de pijn en daaraan gerelateerd:

  • Het risico op verslaving en overdosering

  • Opioïd-geinduceerde hyperalgesie, waarbij langdurig gebruik de pijngevoeligheid kan verhogen.

Ook transcutaneous electrical nerve stimulation (TENS) kan worden gebruikt ter pijnstilling. Dit kan tevens worden ingezet voor het behandelen van centrale sensitisatie (in het geval van chronische bekkenpijn). Neuromodulatoren (zoals amitriptyline en gabapentine) kunnen ook worden overwogen als aanvullende behandeling bij chronische bekkenpijn.

Hormoonbehandeling

Endometriose is een steroïdhormoon-afhankelijke aandoening. Hormonale therapie richt zich op het onderdrukken van ovulatie en menstruatie en daarmee het verminderen van endometriose activiteit. De keuze voor een behandeling dient gebaseerd te zijn op effectiviteit, bijwerking, kosten en nadelige langetermijneffecten voor de individuele patiënt.

Maak keus uit een van de volgende mogelijkheden:

Combinatiepreparaten:

  • Significante pijnreductie
  • Over het algemeen goed verdragen
  • Voorkeur voor continu gebruik of met zo min mogelijk stopdagen
  • Kan worden overwogen als de diagnose nog niet definitief is gesteld.

Progestagenen (desogestrel, etonogestrel, levonorgestrel, medroxyprogesteron, dienogest, norethisteron, dydrogestron, lynestrenol):

  • Geschikt alternatief voor combinatiepreparaten bij contra-indicaties, doorbraakbloedingen of bijwerkingen
  • Niet alle middelen zijn geregistreerd als anticonceptiemiddel
  • In sommige gevallen meermaal daags gebruik vereist (therapietrouw)
  • Keuze op geleide van de voorkeur van toedieningsvorm en bijwerkingen

Tweedelijnstherapie: GnRH-agonist, GnRH-antagonist en Aromataseremmer

Tweedelijnstherapie welke door gynaecoloog overwogen kan worden:

GnRH-agonist:

  • Toedieningsvorm subcutaan of intramusculair, met verschillende werkingsduur.
  • Te overwegen bij onvoldoende effect van combinatiepreparaat of progestagenen.
  • Relatief veel hormonale bijwerkingen en nadelig effect op botdichtheid bij langdurige gebruik.
  • Combineer bij voorkeur met hormonale add-back therapie (altijd oestrogeen + progesteron)
  • Wees zeer terughoudend bij patiënten waarbij de maximale botdichtheid nog niet bereikt is. (dus tot 35 jaar)

GnRH-antagonist:

  • Relatief nieuw voor de indicatie endometriose gerelateerde pijn.
  • Vergelijkbaar effect en indicatie als GnRH-agonisten, met als voordeel beschikbaarheid in pilvorm.
  • Sommige preparaten bevatten direct add-back therapie.
  • Zelfde terughoudendheid vereist als bij GnRH-agonist vanwege de botdichtheidseffecten bij jonge patiënten.

Aromataseremmer:

  • Geïndiceerd bij onvoldoende effect van bovenstaande behandelopties.
  • Primair te overwegen bij klachten van endometriose na de menopauze.
  • Kunnen tevens aanvullend worden ingezet bij bovenstaande middelen bij onvoldoende effect.
  • Een belangrijk nadeel zijn de bijwerkingen.

We adviseren om laagdrempelig te overleggen met een gynaecoloog of pijnspecialist bij twijfel over een keuze.